Vraagcurve formule
de vraagcurve toont de hoeveelheid goederen die consumenten bereid zijn te kopen tegen elke marktprijs.
een lineaire vraagcurve kan worden uitgezet met behulp van de volgende vergelijking.
Qd = a-b (P)
- Q = vraag naar hoeveelheid
- A = alle andere factoren die van invloed zijn op de prijs dan de prijs (bv. inkomen, Mode)
- b = helling van de vraagcurve
- P = prijs van het goed.
Inverse demand equation
The inverse demand equation can also be written as
- P = a -b(Q)
- a = intercept where price is 0
- b = slope of demand curve
Example of linear demand curve
Qd = 20 – 2P
Q | P |
40 | 0 |
38 | 1 |
36 | 2 |
34 | 3 |
32 | 4 |
30 | 5 |
28 | 6 |
26 | 7 |
0 | 20 |
verandering in een
In dit geval is a toegenomen van 40 tot 50.
Dit betekent dat voor dezelfde prijs de vraag groter is. Het weerspiegelt een verschuiving in de vraagcurve naar rechts. Dit kan te wijten zijn aan een stijging van het inkomen van de consument die hen in staat stelt om meer goederen te kopen tegen elke prijs.
verandering in b
In dit geval is de vergelijking veranderd van Q=40-2P naar Q= 40-1P
Dit betekent dat de helling steiler is en er zo uitziet.
gerelateerde
- factoren die de vraag beïnvloeden
- Aanbodvergelijking