Articles

totale geschiedenis

Romeinen hoofdstuk 8 bespreekt het leven door de geest. In dit hoofdstuk verklaarde Paulus dat iedereen die door Jezus Christus leeft niet veroordeeld kan worden omdat hij vrij is van zonde en dood.

“Acts Romans I Corinthians”
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
11 12 13 14 15 16

” All the Books in the Bible “

Living by the Flesh

Paul said in Romans Chapter 8 that because of the flesh, the law became weak. Daarom zond God zijn enige zoon naar de wereld zodat hij de wet kon vervullen. Zij die door het vlees leven zijn van deze wereld en zijn gevangen in vleselijke verlangens. Echter, zij die het vlees en de wereld overwinnen zijn niet van dit rijk. Door de Geest worden ze tot Gods kinderen gemaakt.

delen in Christus ‘glorie

Paulus legde uit dat we delen in Christus’ lijden en dit betekent dat we ook zullen delen in zijn glorie. Al het huidige lijden door één te zijn met Christus is onbelangrijk in vergelijking met de heerlijkheid die zal komen. Zij die met Christus zijn weten dat de pijnen van deze wereld voorbij zullen gaan en dat er iets groters wacht. de geest helpt hen die in Christus zijn in tijden van zwakheid van het vlees. God doet goed voor hen die geloven en voor hen die van hem houden. Paulus vervolgde en zei dat de geest voor ons bemiddelt in tijden van pijn en kreunen.

God is groter

Romeinen hoofdstuk 8 verklaart dat zij die met Christus zijn meer zijn dan overwinnaars. Zij die met God zijn moeten niets anders van de wereld vrezen, Want God is groter dan alle dingen. hij die zijn enige Zoon gaf om alle mensen te redden, zal zeker degenen die Christus hebben aanvaard grote dingen geven. Paulus besluit het hoofdstuk met te zeggen dat niemand ons kan scheiden van wat Christus heeft gedaan.

“vorige hoofdstuk Hoofdstuk”

Romeinen 8 (King James Version)

1 Daarom is er nu geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees, maar naar de Geest wandelen.2 Want de wet van de Geest des levens in Christus Jezus heeft mij bevrijd van de wet van zonde en dood.3 voor wat de wet niet kon doen, in dat het zwak was door het vlees, zond God zijn eigen zoon in de gelijkenis van zondig vlees, en voor zonde, veroordeelde zonde in het vlees: 4 opdat de gerechtigheid van de wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de geest.5 Want zij die naar het vlees zijn, denken aan de dingen van het vlees; maar zij die naar de geest zijn, denken aan de dingen van de geest.

6 Want vleselijk denken is de dood; maar geestelijk denken is leven en vrede.

7 omdat de vleselijke geest vijandschap is tegen God: want het is niet onderworpen aan de wet van God, en kan ook niet zijn.8 dus zij die in het vlees zijn kunnen God niet behagen.9 Maar gij zijt niet in het vlees, maar in de geest, indien het zo is dat de geest van God in u woont. En indien iemand den Geest van Christus niet heeft, die is niet van hem.10 en indien Christus in U is, is het lichaam dood vanwege de zonde; maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid.11 Maar indien de geest van hem, die Jezus uit de dood opgewekt heeft, in u woont, zal hij, die Christus uit de dood opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door Zijn Geest, die in u woont.12 Daarom, broeders, zijn wij schuldenaars, niet aan het vlees, om naar het vlees te leven.13 Want indien gij naar het vlees leeft, zo zult gij sterven; maar indien gij door den Geest de daden des lichaams doodt, zo zult gij leven.14 voor zovelen als geleid worden door de geest van God, zijn zij de zonen van God.

15 Want gij hebt de geest van slavernij niet weer ontvangen om te vrezen; maar gij hebt den Geest der aanneming ontvangen, door welke wij roepen: Abba, Vader!16 De Geest zelf getuigt met onze geest, dat wij de kinderen van God zijn: 17 en als kinderen, dan erfgenamen; erfgenamen van God, en mede-erfgenamen met Christus; als het zo is dat wij met hem lijden, dat wij ook samen verheerlijkt mogen worden.18 Want Ik denk dat het lijden van deze tegenwoordige tijd niet waard is te vergelijken met de heerlijkheid die in ons geopenbaard zal worden.19 Want de oprechte verwachting van het schepsel wacht op de manifestatie van de zonen van God.20 want het schepsel werd onderworpen aan ijdelheid, niet gewillig, maar vanwege hem die hetzelfde in hoop heeft onderworpen, 21 omdat het schepsel zelf ook zal worden verlost van de slavernij van het verderf in de glorieuze Vrijheid van de kinderen van God.22 Want we weten dat de hele schepping tot nu toe samen kreunt en barensnijdt in pijn.23 en niet alleen zij, maar ook wijzelf, die de eerstelingen van de geest hebben, zelfs wij zelf zuchten in onszelf, wachtend op de aanneming, te weten, de verlossing van ons lichaam.24 Want wij zijn gered door hoop: maar de hoop die gezien wordt, is geen hoop: want wat een mens ziet, waarom hoopt hij nog?

25 maar als we hopen dat we dat niet zien, dan wachten we er met geduld op.26 evenzo helpt de geest ook onze zwakheden: want wij weten niet wat wij zouden moeten bidden zoals wij behoren; maar de Geest zelf bidt voor ons met Kreuningen die niet kunnen worden geuit.27 en hij die de harten doorzoekt, weet wat het verstand van de geest is, omdat hij voorbede doet voor de heiligen volgens de wil van God.28 en we weten dat alle dingen samenwerken ten goede voor hen die God liefhebben, voor hen die geroepen zijn naar zijn doel.29 voor wie hij van tevoren wist, heeft hij ook voorbestemd om gelijkvormig te worden aan het beeld van zijn zoon, zodat hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broeders.30 bovendien wie hij verordineerde, hen riep hij ook: en wie hij riep, hen rechtvaardigde hij ook: en wie hij rechtvaardigde, hen verheerlijkte hij ook.

31 Wat zullen we dan zeggen over deze dingen? Als God voor ons is, wie kan er dan tegen ons zijn?32 hij die zijn eigen zoon niet spaarde, maar hem voor ons allen overleverde, hoe zal hij ons niet met hem ook vrijelijk alle dingen geven?

33 Wie zal iets aan de leiding van Gods uitverkorenen leggen? Het is God die rechtvaardigt.

34 Wie is hij die veroordeelt? Christus is het, die gestorven is, ja, die opgewekt is, die ook aan de rechterhand Gods is, die ook voor ons voorspraak doet.35 Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? zal verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard?36 Zoals geschreven staat, om uwentwil worden we de hele dag gedood; we worden beschouwd als schapen voor de slacht.37 Nee, in al deze dingen zijn we meer dan overwinnaars door hem die ons liefhad.38 want ik ben ervan overtuigd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, 39 noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel, in staat zal zijn ons te scheiden van de liefde van God, die in Christus Jezus onze Heer is.

“vorige hoofdstuk”

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *