HYAKINTHOS
Greek Mythology >> Heroes >> Hyacinthus (Hyakinthos)
Greek Name
Ὑακινθος
Transliteration
Hyakinthos
Latin Spelling
Hyacinthus
Translation
Larkspur flower
HYAKINTHOS (Hyacinthus) was een knappe jonge Spartaanse Prins geliefd bij de goden Apollon en Zephyros. De westenwind werd echter jaloers op zijn rivaal in de liefde en op een dag, toen het duo discus speelde, blies de discus uit koers waardoor het Hyakinthos in het hoofd sloeg en hem doodde. De rouwende Apollon transformeerde vervolgens de stervende jeugd in een larkspur bloem (hyakinthos in het Grieks) die hij inscribeerde met de kreet van rouw “AI, AI.”
THESSALIAN HYACINTHUS
de Thessaliërs hadden hun eigen versie van Hyakinthos die zij ook Hymenaios noemden.”Net als bij zijn vrouwelijke tegenhanger, Apollon’ s liefde Daphne, werd de noordelijke Hyakinthos geassocieerd met de Vallei van Tempe-zetel van Apollon ‘ s cultus in de regio. Zijn vader werd genoemd als koning Magnes van Magnesia of koning Pieros van Pieria die de twee gebieden grenzend aan de vallei regeerde. Zelfs de Spartanen leken deze traditie te erkennen toen ze hun Hyakinthos beschrijven als de zoon van de Lapith prinses Diomede van Thessalië.
chronologie van de mythe
in de chronologie van de mythe was Hyakinthos een zeer vroeg figuur. Zijn grootvader Lakedaimon (Lacedaemon) was de allereerste koning van Lakedaimonia-het Spartaanse Koninkrijk-die waarschijnlijk kort na de grote zondvloed regeerde. Zijn achterneef Oibalos (Oebalus) was een tijdgenoot van de Aiolides die koninkrijken vestigden in de Peloponessos, namelijk Perieres, Salmoneus, Sisyphos en Endymion.volgens Parthenius was Apollon ‘ s beroemde liefde Daphne een dochter van Amyklas en dus zus van Hyakinthos.
FAMILIE VAN HYACINTHUS
OUDERS
MAGNES (Hesiod Grote Eoiae Frag 16)
PIEROS & KLEIO (Apollodorus 1.16)
DIOMEDE (Hesiod Catalogi Frag 102)
AMYKLAS & DIOMEDE (Apollodorus 3.116)
AMYKLAS (Pausanias 3.1.3, Ovidius, Metamorphoses 10.162)
OIBALOS (Lucian Dialogen van de Goden 16, Philostratus Ouderling 1.14, Hyginus Fabulae 271, Ovidius, Metamorphoses 10.162 & 13.395)
Nakomelingen
ANTHEIS, AIGLEIS, LYTAIA, ORTHAIA (Apollodorus 3.15.8)
ANTHEIS (Hyginus Fabulae 238)
The HYAKINTHIDES (Harpocration s.v Hyacinthides)
ENCYCLOPEDIA
HYACINTHUS (Huakinthos). 1. De jongste zoon van de Spartaanse koning Amyclas en Diomede (Apollod. iii.10. § 3; Paus. iii. 1. § 3, 19. § 4), maar volgens anderen een zoon van Pierus en Clio, of Van Oebalus of Eurotas (Lucian, Dial. Deor. 14; Hygin. FAB. 271. Hij was een jongen van buitengewone schoonheid, en geliefd door Thamyris en Apollo, die hem onbedoeld doodden tijdens een spel discus. (Apollod. i.3. § 3. Sommige overleveringen vertellen dat hij ook geliefd was door Boreas of Zephyrus, die, uit jaloezie van Apollo, de discus van de god tegen het hoofd van de jeugd dreef, en hem dus doodde. (Lucian, l. c; Serv. ad Virg. Eclog. iii.63; Philostr. Imag. i.24; Ov. Voldoen. x. 184.) Uit het bloed van Hyacinthus ontstond de bloem met dezelfde naam (hyacinth), op de bladeren waarvan de uitroep verscheen van Wee AI, AI, of de letter U, zijnde de initiaal van Huakinthos. Volgens andere tradities ontsprong de hyacint (op de bladeren waarvan die karakters niet verschijnen) uit het bloed van Ajax. (Schol. ad Theocrit. x.28; comp. Ov. Voldoen. xiii. 395, & c., die beide legendes combineert; Plin. H. N. xxi.28. Hyacinthus werd in Amyclae aanbeden als een held, en een groot feest, Hyacinthië, werd ter ere van hem gevierd.
2. Een Lacedaemoniaan, van wie wordt gezegd dat hij naar Athene is gegaan, en in overeenstemming met een orakel, om zijn dochters te hebben geofferd op het graf op de Cyclops Geraestus, met het doel van een geleerd van het bevrijden van de stad van hongersnood en de pest, waaronder het leed tijdens de oorlog met Minos. Zijn dochters, die werden geofferd aan Athena of Persephone, werden op de Zolderlegendes bekend onder de naam van de Hyacinthides, die zij van hun vader hadden afgeleid. (Apollod. iii.15. § 8; Hygin. FAB. 238; Harpocrat. s. v. Sommige tradities maken hen de dochters van Erechtheus, en vertellen dat ze hun naam kregen van het dorp Hyacinthus, waar ze werden geofferd op het moment dat Athene werd aangevallen door de Eleusinians en Thracians, of Thebanen. (Suid. S. V. Parthenoi; Demosth. Epilaph. P. 1397; Lycurg. c. Leocraat. 24; Cic. p. Sext. 48; Hygin. FAB. 46.) De namen en nummers van de Hyacinthides verschillen in de verschillende schrijvers. Het verhaal van Apollodorus is verward: hij noemt vier, en stelt hen voor als getrouwd, hoewel ze werden geofferd als maagden, vanwaar ze soms gewoon hai parthenoi worden genoemd. De overleveringen waarin ze beschreven worden als de dochters van Erechtheus verwarren hen met Agraulos, Herse en Pandrosos (Schol. ad Apollon. Rhod. i. 211), of met de Hyades. (Serv. ad Aen. i. 748.)
Source: Dictionary of Greek and Roman Biography and Mythology.
CLASSICAL LITERATURE QUOTES
APOLLO & THE THESSALIAN HYACINTHUS
Hesiod, The Great Eoiae Fragment 16 (from Antoninus Liberalis, Metamorphoses 23) (trans. Evelyn-White) (Greek epic C8th or 7th B.C.) :
“Hesiod tells the story in the Great Eoiai . . . Magnes . . . woonde in de regio Thessalië( Thessalië), in het land dat de mensen naar hem genoemd Magnesia. Hij had een zoon van opmerkelijke schoonheid, Hymenaios (Hymenaeus). Toen Apollon de jongen zag, werd hij verliefd op hem en wilde het Huis van Magnes niet verlaten. Toen maakte Hermes plannen op Apollon ‘ s kudde vee die grazen op dezelfde plaats als het vee van Admetos (Admetus) .”
Pseudo-Apollodorus, Bibliotheca 1. 16 (trans. Aldrich) (Griekse mythograaf C2nd A. D.): Aphrodite, furious with Kleio (Clio). . . hierdoor werd ze verliefd op Magnes’ zoon Pieros (Pierus). Als gevolg van hun verbintenis baarde ze hem een zoon Hyakinthos (Hyacinthus). Thamyris, zoon van Philammon en de Nymphe Argiope, de eerste man die van andere mannen hield, werd verliefd op Hyakinthos. Later doodde Apollon, die ook van hem hield, hem per ongeluk met een discus.”
APOLLO& THE SPARTAN HYACINTHUS
Hesiod, catalogi of Women Fragment 102 (from Oxyrhynchus Papyri 1359 fr. 3) (trans. Evelyn-White) (Grieks epos C8th of 7th B. C.):
“. . ((lacuna)) rijk-tressed Diomede; en ze baarde Hyakinthos (Hyacinthus), de onberispelijke en sterke . . ((lacuna)) die, op een tijd Phoibos (Phoebus) zelf gedood onbewust met een meedogenloze schijf.”
Pseudo-Apollodorus, Bibliotheca 3. 116 (trans. Aldrich) (Griekse mythograaf C2nd A. D.):
“Amyklas (Amyclas) en Lapithes’ dochter Diomede had Kynortes (Cynortes) en Hyakinthos (Hyacinthus). Ze vertellen hoe deze Hyakinthos geliefd was bij Apollon, die hem per ongeluk doodde terwijl hij een discus slingerde.”
Bion, Poems 11 (trans. Edmonds) (Greek bucolic C2nd to 1st BC):
“When he beheld thy agony Phoibos (Phoebus) was dumb. Hij zocht elke remedie, hij maakte gebruik van sluwe Kunsten, hij zalfde alle wonden, zalfde ze met ambrosia en met nectar; maar alle middelen zijn machteloos om de wonden van het lot te helen.”
Pausanias, beschrijving van Griekenland 3. 1. 3 (trans. Jones) (Grieks reisverslag C2nd A. D.): Amyklas (amyclas), zoon van Lakedaimon (Lacedaemon), wilde een gedenkteken achter zich laten en bouwde een stad in Lakonia. Hyakinthos (Hyacinthus), de jongste en mooiste van zijn zonen, stierf voor zijn vader, en zijn graf is in Amyklai Onder het beeld van Apollon. Bij de dood van Amyklas kwam het rijk naar Aigalos (Aegalus), de oudste van zijn zonen, en daarna, toen aigalos stierf, naar Kynortas (Cynortas). Kynortas had een zoon Oibalos (Oebalus).”
Pausanias, beschrijving van Griekenland 3. 19. 3-5:” Nikias (Nicias), zoon van Nikomedes, heeft hem geschilderd in de bloei van de jeugdige schoonheid, hinting op de liefde van Apollon voor Hyakinthos waarvan de legende vertelt . . . Wat betreft Zephyros( de westenwind), hoe Apollon onbedoeld Hyakinthos doodde, en het verhaal van de bloem, moeten we tevreden zijn met de legenden, hoewel ze misschien geen ware geschiedenis zijn.”
Lucian, Dialogues of the Gods 16 (trans. Fowler) (Greek satire C2ND A. D.):”Hermes : Why so sad, Apollon?Apollon: helaas, Hermes, — mijn liefde!Hermes: Oh; dat is slecht. Zit je nog steeds te piekeren over die affaire met Daphne?Apollon: No. Ik treur om mijn geliefde; de Lakonian, de zoon van Oibalos (Oebalus).Hermes: Hyakinthos (Hyacinthus)? is hij niet dood?Apollon: dood.Hermes : Wie heeft hem vermoord? Wie kan het hart hebben? Die lieve jongen.Apollon: het was het werk van mijn eigen hand.
Hermes: je moet gek geweest zijn!Apollon: niet gek; het was een ongeluk.Hermes: Oh? en hoe is het gebeurd?Apollon : hij leerde het quoit te gooien, en ik gooide met hem. Ik had net mijn quoit de lucht in gestuurd zoals gewoonlijk, toen jaloerse Zephyros (vervloekt zij hij boven alle winden! hij was al lang verliefd op Hyakinthos, hoewel Hyakinthos hem niets te zeggen zou hebben) – Zephyros kwam blustend naar beneden van Taygetos, en stootte het quoit op het hoofd van het kind; bloed vloeide uit de wond in stromen, en in een moment was alles voorbij. Mijn eerste gedachte was wraak; ik legde een pijl in Zephyros, en vervolgde zijn vlucht naar de berg. Wat het kind betreft, ik begroef hem in Amyklai( Amyclae), op de fatale plek; en uit zijn bloed heb ik een bloem doen opkomen, zoetste, schoonste van bloemen, ingeschreven met brieven van Wee.-Is mijn verdriet onredelijk?Hermes: het is, Apollon. Gij weet, dat gij uw hart op een mensch hebt gericht; wees dus niet bedroefd om zijne dood.Lucian, Dialogues of the Gods 6: Why are Brankhos (Branchus) and Hyakinthos (Hyacinthus) so fond of Apollon.Lucian, Dialogues of the Gods 17: Apollon: Well, my loves never prosper; Daphne and Hyakinthos (Hyacinthus) were my great passions; zij verafschuwde mij zo, dat in een boom veranderd worden aantrekkelijker was dan ik; en hem doodde ik met een quoit. Er is niets meer van hen over dan kransen van hun bladeren en bloemen.”
Lucian, Dialogues of the Dead 8:
”
Menippos: Where are all the beauties, Hermes? Laat me rond, Ik ben een nieuwkomer.
Hermes: ik ben bezig, Menippos. Maar kijk daar naar rechts, en je ziet Hyakinthos (Hyacinthus), Narkissos (Narcissus), Nireus, Akhilleus (Achilles), Tyro, Helene, Leda, – alle schoonheden van vroeger.”
Clement of Alexandria, erkenningen 10. 26 (trans. Smith) (Greek Christian retoric C2ND A. D.):
” De Dichters sieren ook de onwaarheden van dwaling door elegantie van woorden, en door zoetheid van spraak overtuig dat stervelingen onsterfelijk zijn gemaakt; en nog meer zeggen zij, dat de mensen veranderd zijn in sterren, en bomen, en dieren, en bloemen, en vogels, en fonteinen, en rivieren. En opdat het een verspilling van woorden zou lijken, zou ik zelfs bijna alle sterren, en bomen, en fonteinen en rivieren kunnen opnoemen, waarvan zij beweren dat zij van mensen zijn gemaakt; toch zal ik bij wijze van voorbeeld ten minste één van elke klasse noemen. Dat zeggen ze . . . Hyacinthus, de geliefde van Apollo, werd veranderd in een bloem . . . En zij beweren dat bijna alle sterren, bomen, fonteinen en rivieren, bloemen, Dieren en vogels ooit menselijke wezens waren.”Clement of Alexandria, Exhortation to the Greeks 2 (trans. Butterworth): “Your gods did not awareness from boys. Een hield van Hylas, een andere Hyakinthos( Hyacinthus), een andere Khrysippos (Chrysippus), een andere Ganymedes.”
Philostratus the Elder, Imagines 1. 24 (trans. Fairbanks) (Greek retorician C3rd A. D.):” Lees de hyacint, want er staat geschreven dat het uit de aarde voortkwam ter ere van een mooie jeugd; en het betreurde hem aan het begin van de lente, ongetwijfeld omdat het uit hem geboren werd toen hij stierf. Laat de weide je niet vertragen met de bloem, want hij groeit ook hier, niet anders dan de bloem die uit de aarde ontspringt. Het schilderij vertelt ons dat het haar van de jeugd ‘hyacinthine’ is, en dat zijn bloed, dat het leven op aarde heeft aangenomen, de bloem zijn eigen karmozijnrode kleur heeft gegeven. Het stroomt uit het hoofd zelf waar de discus het raakte. Verschrikkelijk was het falen om het merk te raken en ongelooflijk is het verhaal verteld van Apollon; maar aangezien we hier niet zijn om de mythen te bekritiseren en niet bereid zijn om ze geloof te weigeren, maar slechts toeschouwers van de schilderijen zijn, laten we het schilderij en in de eerste plaats de stand set voor het gooien van de discus bekijken.een verhoogde werperstand is apart gezet, zo klein dat er maar één persoon op kan staan, en dan alleen als het de achterste delen en het rechterbeen van de werper ondersteunt, waardoor de voorste delen naar voren buigen en het linkerbeen van gewicht wordt bevrijd; want dit been moet recht worden getrokken en vooruit worden getrokken samen met de rechterarm. Wat betreft de houding van de man die de discus vasthoudt, moet hij zijn hoofd naar rechts draaien en zich zo ver voorover buigen dat hij naar zijn zij kijkt, en hij moet de discus werpen door zich omhoog te trekken en zijn hele rechterkant in de worp te leggen. Dat was ongetwijfeld de manier waarop Apollon de discus gooide, want hij kon het niet op een andere manier werpen; en nu hij discus de jongen heeft geplakt, ligt hij daar op de discus zelf-een lakoniaanse jongen, recht van been, niet ongetracteerd in het lopen, de spieren van zijn arm reeds ontwikkeld, de fijne lijnen van de botten aangegeven onder het vlees; maar Apollon met afgewend gezicht is nog steeds op de werper stand en hij kijkt naar de grond. Je zult zeggen dat hij daar gefixeerd is, zo ‘ n ontsteltenis is op hem gevallen. Een lout is Zephyros( de westenwind), die boos was op Apollon en ervoor zorgde dat de discus de jeugd sloeg, en de scène lijkt een lachende zaak voor de wind en hij bespot de god van zijn blik-out. Je kunt hem zien, denk ik, met zijn gevleugelde tempels en zijn delicate vorm, en hij draagt een kroon van alle soorten bloemen, en zal binnenkort weven de hyacint in tussen hen.”
Philostratus the Younger, Imagines 14 (trans. Fairbanks) (Greek retorician C3rd A. D.):
” Hyakinthos (Hyacinthus). Laten we de jeugd vragen, mijn jongen, wie hij is en wat de reden is voor Apollon ‘ s aanwezigheid bij hem, want Hij zal niet bang zijn om ons tenminste naar hem te laten kijken. Wel, hij zegt dat hij Hyakinthos is, de zoon van Oibalos (Oebalus); en nu we dit geleerd hebben moeten we ook de reden weten voor Gods aanwezigheid. De zoon van Leto uit liefde voor de jeugd belooft hem alles te geven wat hij bezit voor toestemming om met hem om te gaan; want hij zal hem leren het gebruik van de boog, en muziek, en het begrijpen van de kunst van de profetie, en niet onskilful te zijn met de verleiding, en om de wedstrijd van de palaestra te leiden, en hij zal hem geven dat, rijdend in de wagen getrokken door zwanen, hij moet bezoeken al het land dierbaar aan Apollon. Hier is de god, zoals gewoonlijk beschilderd met ongeschoren lokken; hij tilt een stralend voorhoofd boven ogen die stralen als licht, en met een zoete glimlach moedigt hij Hyakinthos aan, met hetzelfde doel zijn rechterhand uit te strekken. De jongen houdt zijn ogen standvastig op de grond, en ze zijn zeer bedachtzaam, want hij verheugt zich over wat hij hoort en tempert met bescheidenheid het vertrouwen dat nog moet komen. Hij staat daar, bedekt met een paarse mantel de linkerkant van zijn lichaam, die ook naar achteren wordt getrokken, en hij ondersteunt zijn rechterhand op een speer, de heup wordt naar voren geworpen en de rechterkant wordt blootgesteld aan het zicht, en deze blote arm stelt ons in staat om te beschrijven wat er zichtbaar is. Hij heeft een slanke enkel onder het rechte onderbeen, en daarboven dit soepele kniegewricht; dan komen dijen niet overmatig ontwikkeld en heupgewrichten die de rest van het lichaam te ondersteunen; zijn kant rondes uit een full-lunged borst, zijn arm zwelt in een delicate curve, zijn nek is matig rechtop, terwijl het haar is niet onverzorgd noch stijf van vuil, maar valt over zijn voorhoofd en mengt met de eerste neer van zijn baard. De discus aan zijn voeten ((lacuna)) . . over zichzelf, en Eros (liefde), die zowel stralend als tegelijkertijd neerslachtig is, en Zephyros die net zijn wilde oog toont vanuit zijn plaats van uitkijk-door dit alles suggereert de schilder de dood van de jeugd, en als Apollon zijn cast maakt, zal Zephyros, door in te ademen langs zijn loop, de discus Hyakinthos doen raken.”
Pseudo-Hyginus, Fabulae 271 (trans. Grant) (Roman mythograaf C2ND A. D.):
“Youths who were most handsome. Adonis, zoon van Cinyras en Smyrna, van wie Venus hield. Endymion, zoon van Aetolus, van wie Luna hield. Ganymedes, zoon van Erichthonius, van wie Jove hield. Hyacinthus, zoon van Oebalus, van wie Apollo hield. Narcissus, zoon van de rivier Cephisus, die van zichzelf hield . . .”
Ovidius, Metamorphoses 10. 162 ff (trans. Brookes More) (Roman epic C1st B. C. to C1st A. D.):
“You also, Amyclides, would have been set in the sky! als Phoebus de tijd had gekregen die het wrede lot je ontzegde. Maar in zekere zin ben jij ook onsterfelijk. Hoewel je dood bent. Altijd als de warme lente de winter verdrijft, en RAM (De Ram) erin slaagt vissen (waterige vissen) te vissen, sta je op en bloeit op de groene grasmat. En de liefde die mijn vader voor jou had was dieper dan hij voor anderen voelde. Delphi centrum van de wereld, had geen voorzittende bewaker, terwijl de god bezocht de Eurotas en het land van Sparta, nooit versterkt met muren. Zijn citer en zijn boog niet langer vullen zijn gretige geest en nu zonder een gedachte van waardigheid, hij droeg netten en hield de honden in lijn, en aarzelde niet om te gaan met Hyacinthus op de ruwe, steile bergruggen; en door al deze associaties, werd zijn liefde toegenomen. Titan was ongeveer halverwege, tussen de komende en de verbannen nacht, en stond op gelijke afstand van die twee uitersten. Toen de jongeling en Phoebus goed gestript waren, en glimmend van rijke olijfolie, probeerden ze een vriendschappelijke wedstrijd met de discus. Eerst zond Phoebus, goed in evenwicht, hem door de lucht, en spleet de wolken met zijn brede gewicht naar buiten, waaruit hij uiteindelijk op de aarde neerviel, een zeker bewijs van kracht en vaardigheid. Achteloos van het gevaar taenarides haastte zich voor de gretige glorie van het spel, vastbesloten om de discus te krijgen. Maar het kwam terug van de harde aarde, en sloeg vol tegen je gezicht, O Hyacinthus! Dodelijk bleek het gezicht van de God werd … zo bleek als dat van de jongen. Met zorg tilde hij de treurige opeengepakte vorm op.de soort god probeert je weer tot leven op te warmen, en probeert vervolgens je wond bij te wonen, en je ziel te laten scheiden met geneeskrachtige kruiden. Zijn vaardigheid is geen voordeel, want de wond is voorbij alle kunst van genezing. Alsof iemand, wanneer in een tuin, breekt viooltjes, klaprozen, of lelies opgehangen aan gouden stengels, dan hangende moeten ze hun verdorde hoofd hangen, en blik naar beneden naar de aarde onder hen; dus, de stervende jongen gezicht droops, en zijn gebogen nek, een last voor zichzelf, valt terug op zijn schouder : ‘Je bent gevallen in je bloei, onteerd van je jeugd, O Oebalides !’Kreunde Apollo. ‘Ik zie in uw droevige wond mijn eigen schuld, en u bent mijn oorzaak van verdriet en zelfverwijt. Mijn eigen hand gaf je de dood zonder voorbedachten rade. ik kan alleen beschuldigd worden van jouw vernietiging.-Wat heb ik verkeerd gedaan? Kan het een fout genoemd worden om met je te spelen? Moet van jou houden een fout genoemd worden? En Oh, dat ik nu mijn leven voor jou kan opgeven! Of sterf met jou! Maar omdat ons lot ons verhindert, zul je altijd bij mij zijn, en je zult wonen op mijn verzorgde lippen. De Lier door mijn hand geslagen, en mijn ware liederen zullen je altijd vieren. Een nieuwe bloem zult gij opstaan, met markeringen op uw bloemblaadjes, nauwe imitatie van mijn constante gekreun; en er zal een andere komen om verbonden te worden met deze nieuwe bloem, een dappere held zal bekend worden door dezelfde markeringen op zijn bloemblaadjes.en terwijl Phoebus, Apollo, deze woorden zong met zijn waarheidsgetrouwe lippen, aanschouw het bloed van Hyacinthus, dat op de grond naast hem was uitgegoten en daar het gras bevlekt had, werd van bloed veranderd; en in de plaats daarvan sprong een bloem, mooier dan Tyrische verfstof, op. Het leek bijna een lelie, ware het niet dat de ene paars was en de andere wit. Maar Phoebus was hier niet tevreden mee. Want hij was het die het wonder van zijn Droevige woorden in bloembladeren schreef. Deze letters AI, AI, zijn ingeschreven op hen. En Sparta is zeker trots om Hyacinthus te eren als haar zoon; en zijn geliefde roem blijft bestaan; en elk jaar vieren ze zijn plechtige feest.”
Ovidius, Metamorphoses 13. “From the green turf that purple flower bore, which first had sprung from wounded Oebalius . Op de bloemblaadjes staan letters geschreven voor jongen en man gelijk, daar voor een jammerklacht, hier voor een naam.”
Ovidius, Fasti 5. 222 E. V. (trans. Frazer) (Roman poetry C1st B. C. to C1st A. D.):
” I was the first to make a flower from Therapnaean blood, and on its blaadjes the lament remains inscribed. Ook jij, Narcissus, hebt een naam in de siertuinen, ongelukkig omdat je geen dubbelganger van jezelf had. Wat is er te vertellen over Crocus, en Attis, en de zoon van Cinyras, uit wiens wonden door mijn kunst komt schoonheid?”
Claudian, Rape of Proserpine 2. 130 ff (trans. Platnauer) (Roman poetry C4th A. D.) :
” Thee also, Hyacinthus, they gather, thy flower inscribed with woe, and Narcissus too-once lovely boys, now the pride of flowering spring. Gij, Hyacinthus, wert geboren te Amyclae, Narcissus was Helicon ’s kind; u de dwalende discus gedood; hem liefde van zijn stroom-weerspiegeld gezicht bedrogen; voor u huilt Delos’ god met verdriet-gewogen voorhoofd; voor hem Cephisus met zijn gebroken riet.”
Colluthus, Rape of Helen 240 ff (trans. Mair) (Griekse poëzie C5E tot 6e A. D.) :”the shrine of Hyakinthos (Hyacinthus) , who once when he played as a boy with Apollon the people of Amyklai marked and marduled whether he was not become and born by Leto to Zeus. Maar Apollon wist niet dat hij de jeugd hield voor jaloerse Zefyros (de westenwind). En de aarde, die den wenende koning een welbehagen deed, bracht een bloem voort, om Apollon te troosten, namelijk die bloem, die de naam draagt Van den prachtigen jongeling.”
Nonnus, Dionysiaca 2. 80 ff (trans. Rouse) (Greek epic C5th A. D.):
” De versbloeiende tuin werd verwoest , de rooskleurige weiden verdord; Zephyros (de westenwind) werd geslagen door de droge bladeren van wervelende cipressen. Phoibos (Phoebus) zong een klaagzang in betreurenswaardige tonen voor zijn verwoeste iris (hyakinthos), twinkelende een treurig lied, en weeklaagde veel bitterder dan voor zijn clusters van amyklaische (Amyclaeïsche) bloemen, toen de laurier aan zijn zijde werd geslagen.”
Nonnus, Dionysiaca 3. “Op de geleerde bladeren van Apollon’ s droevige iris werd menig plantaardig woord geborduurd; en toen Zephyros (de westenwind) ademde door de bloemrijke tuin, Apollon draaide een snel oog op zijn jonge lieveling, zijn verlangen nooit voldaan; als hij zag de plant geslagen door de wind, herinnerde hij zich het quoit, en beefde uit angst de wind, zo jaloers een keer over de jongen, zou hem haten zelfs in een blad: als het waar is dat Apollon eens huilde met die ogen die nooit huilde, om te zien dat de jongen kronkelde in het stof, en het patroon daar op de bloem traceerde zijn eigen ‘ helaas!’op de iris, en zo dachten De Tranen van Phoibos (Phoebus).”
Nonnus, Dionysiaca 10. 253 ff :”The deathbringing breath of Zephyros might blow again, as the one before when the bitter blast killed a young man while it turtling quoit against Hyakinthos.”
Nonnus, Dionysiaca 11. “A young Lakonian shook Zephyros (The West Wind); but he died, and the amorous Wind found young Kyparissos (Cyparissus) a troosting for Amyklaian Hyakinthos.”
Nonnus, Dionysiaca 29. “Apollon beklaagde Hyakinthos (Hyacinthus), getroffen door de quoit die hem snelle dood bracht, en verweet de ontploffing van Zephyros (de westenwind) jaloerse Storm.”
SACRIFICE OF THE DAUGHTERS OF HYACINTHUS
Pseudo-Apollodorus, Bibliotheca 3. 15. 8 (trans. Frazer) (Griekse mythograaf C2ND A. D.):” toen de oorlog voortduurde en hij Athene niet kon innemen, bad hij tot Zeus dat hij wraak zou nemen op de Atheners. En de stad bezocht met een hongersnood en een pestilentie, slachtten de Atheners eerst, in gehoorzaamheid aan een oud orakel, de dochters van Hyakinthos (Hyacinthus), te weten, Antheis, Aigleis (Aegleis), Lytaia (Lytaea), en Orthaia (Orthoea), op het graf van Geraistos (Geraestus), de Kyklops (Cyclops); nu was Hyakinthos, de vader van de Jonkvrouwen, van Lakedaimon (Lacedaemon) gekomen en woonde in Athene. Maar toen dit niets opleverde, vroegen zij aan de aanspraakplaats hoe zij verlost konden worden; en de god antwoordde hun, dat zij Minos zouden geven, wat hij ook verkiezen mocht.”
Pseudo-Hyginus, Fabulae 238 (trans. Grant) (Roman mythograaf C2ND A. D.): “Those who killed their daughters . . . Hyacinthus, een Spartaan, doodde Antheis zijn dochter volgens een orakel namens de Atheners.”
Harpocration, S. V. Huakinthides, zegt dat de dochters van Hyakinthos de Lakedaimonian bekend stonden als de Hyakinthides (Hyacinthides).
the HYACINTHIA FESTIVAL OF AMYCLAE
Herodotus, Histories 9. 6 . 1 – 7. 1 (trans. Godley) (Griekse historicus C5th B. C.):” ze stuurden ook gezanten naar Lakedaimon (Lacedaemon), die de Lakedaimoniërs moesten verwijten dat ze de barbaar toestonden Attika (Attica) binnen te vallen en de Atheners niet hielpen hem in Boiotia (Boeotia) te ontmoeten . . . en waarschuw hen dat de Atheners een middel tot redding voor zichzelf zouden bedenken als de Lakedaimoniërs hen geen hulp zouden sturen. De Lakedaimoniërs vierden op dit moment het hyakinthië (hyacinthië) (festival van Hyakinhos), en hun belangrijkste zorg was om de god te geven wat hem toekomt.”
Pausanias, beschrijving van Griekenland 3. 1. 3 (trans. Jones) (Grieks reisverslag C2nd A. D.): Amyklas (amyclas), zoon van Lakedaimon (Lacedaemon), wilde een gedenkteken achter zich laten en bouwde een stad in Lakonia. Hyakinthos (Hyacinthus), de jongste en mooiste van zijn zonen, stierf voor zijn vader, en zijn graf is in Amyklai (Amyclae) Onder het beeld van Apollon.”
Pausanias, beschrijving van Griekenland 3. 19. 3 – 5 :de sokkel van het standbeeld is gevormd in de vorm van een altaar en ze zeggen dat Hyakinthus (Hyacinthus) is begraven in het, en in de Hyakinthia (Hyacinthia), voor het offer aan Apollon, zij offergaven aan Hyakinthus als een held in dit altaar door een bronzen deur, die aan de linkerkant van het altaar. Op het altaar worden bewerkt in reliëf . . . Demeter, Kore (Core, The Maid), Plouton (Pluton) , naast hen Moirai (Fates) en Horai (seizoenen), en met hen Aphrodite, Athena en Artemis. Ze dragen Hyakinthos en Polyboia (Polyboea) naar de hemel, de zus, zeggen ze, van Hyakinthos, die als dienstmeid stierf. Nu stelt dit standbeeld van Hyakinthos hem voor als bebaarde, maar Nikias (Nicias), zoon van Nikomedes, heeft hem geschilderd in de bloei van de jeugdige schoonheid, zinspelend op de liefde van Apollon voor Hyakinthos waarvan de legende vertelt . . . Wat betreft Zephyros( de westenwind), hoe Apollon onbedoeld Hyakinthos doodde, en het verhaal van de bloem, moeten we tevreden zijn met de legenden, hoewel ze misschien geen ware geschiedenis zijn.”
Pausanias, beschrijving van Griekenland 3. 10. 1 :”Agesilaüs marcheerde opnieuw met een leger tegen Korinthos (Korinthe) , en toen het festival Hyakinthië (Hyacinthië) nabij was, gaf hij de Amyklaiërs (Amyclaeeërs) verlof om naar huis te gaan en de traditionele riten uit te voeren ter ere van Apollon en Hyakinthos (Hyacinthus).”
Pausanias, beschrijving van Griekenland 4. 19. “Nu sloten de Lakedaimoniërs (Lacedaemoniërs), toen het festival van Hyakinthos naderde, een wapenstilstand van veertig dagen met de mannen van Eira . Ze keerden zelf terug naar huis om het feest te houden.”
Ovidius, Metamorphoses 10. 218 (trans. Brookes More) (Romeins episch C1st B. C. “en Sparta is zeker trots om Hyacinthus te eren als haar zoon; en zijn geliefde roem blijft bestaan; en elk jaar vieren ze zijn plechtige feest.”
Colluthus, Rape of Helen 240 ff (trans. Mair) (Greek poetry C5th to 6th A. D.):
“The shrine of Hyakinthos .”
Oudgriekse kunst
k5.15 Hyacinthus rijdende zwaan
Atheense rode figuur vaas schilderij c5th B. C.
T29.1 Zephyrus & Hyacinthus
Athenian Red Figure Vase Painting C5th B.C.
T29.2 Zephyrus & Hyacinthus
Athenian Red Figure Vase Painting C5th B.C.
Ridderspoor Bloem van Hyacinthus
Foto-Montage
BRONNEN
GRIEKSE
- Hesiodus, Catalogi van Vrouwen Fragmenten – griekse Epische C8th – 7e B. C.
- Hesiodus, Grote Eoiae Fragmenten – griekse Epische C8th – 7e B. C.
- Apollodorus, De Bibliotheek – griekse Mythography C2nd A. D.
- Bion, Gedichten – griekse Burcolic C2nd – 1 B. C.
- Pausanias, Beschrijving van Griekenland – de griekse Reisverhaal C2nd A. D.
- Lucian, Dialogen van de Goden – griekse Satire C2nd A. D.
- Lucian, Dialogen van de Dode – griekse Satire C2nd A. D.
- Philostratus de Ouderling, Denkt – griekse Retorica C3rd A. D.
- Philostratus de Jongere, Denkt – griekse Retorica C3rd A. D.
- Clement, Vermaning aan de Grieken – Christelijke Geleerde C2nd A. D.
- Clement, Erkenningen – Christelijke Geleerde C2nd A. D.
- Nonnus, Dionysiaca – griekse Epische C5th A. D.
- Colluthus, De Verkrachting van Helen – de griekse Epische C5th – 6e A. D.
ROMAN
- Hyginus, Fabulae-Latijnse Mythografie C2nd A. D.
- Ovidius, Metamorfosen-Latijnse epos C1st B. C.-C1st A. D.
- Claudian, Rape of Proserpine-Latin Poetry C4th A. D.