Hoe metaaldetectors goud
vinden veruit zijn gouddetectors het populairste instrument onder amateur-goudzoekers en schatzoekers. Voor alle doeleinden, gouddetectoren zijn Metaaldetectoren – maar specifiek gebouwd en gekalibreerd voor goud jacht. Om uit te leggen hoe deze tools uitblinken in het vinden van goud, helpt het om de wetenschap achter fundamentele metaaldetectors te begrijpen.
Metaaldetectoren werken door een elektromagnetisch veld in de grond te zenden en vervolgens het Retoursignaal te analyseren. Het door de detector uitgezonden elektromagnetische veld induceert lussen van elektrische stroom, zogenaamde wervelstromen, binnen geleidende materialen (d.w.z. metalen). Wervelstromen genereren hun eigen elektromagnetisch veld, dat de detector ontvangt en analyseert.Gouddetectoren gaan nog een stap verder door inductantie en geleidbaarheid te meten. In principe, Inductantie verwijst naar de hoeveelheid wervelstromen geproduceerd in het doel. Geleidbaarheid verwijst naar hoe gemakkelijk die stromen stromen. Door de grootte van de wervelstromen te meten en hoe snel ze reizen, kunnen gouddetectors de “tijdconstante” van een doel berekenen.
tijdconstanten kunnen aanzienlijk verschillen tussen doelen. Bits aluminiumfolie hebben bijvoorbeeld zeer korte tijdconstanten, gouden munten en ringen hebben langere tijdconstanten en restanten van staal, ijzer en andere ferrometalen hebben zelfs langere tijdconstanten. Gouddetectoren kunnen worden gekalibreerd om specifiek te zoeken naar doelen die binnen dat “middelste” bereik vallen. Helaas is het geen waterdichte methode. De grootte, vorm en afstand van een doel (samen met andere omgevingsvariabelen) beïnvloeden de nauwkeurigheid van de tijdconstante berekening van de detector. Ter compensatie kunnen gouddetectors on-the-fly opnieuw worden gekalibreerd om te zoeken naar een breder of smaller bereik van tijdconstanten.