Acraal cutaan melanoom in Kaukasiërs: klinische kenmerken, histopathologie en prognose bij 112 patiënten
Achtergrond: Acraal lentigineus melanoom (ALM) is de vierde afzonderlijke variant van cutaan melanoom. De histologische diagnose en prognose van ALM zijn nog steeds controversieel.
doelstellingen: het evalueren van de kenmerken van een grote reeks patiënten met ALM en het bevestigen van de geldigheid van de histologische criteria voor dit type melanoom.
methoden: Een verzameling van 2642 patiënten met cutaan melanoom werd geregistreerd gedurende de periode 1986-97, onder deze 187 werden gelokaliseerd op acrale plaatsen. Histologische specimens werden beoordeeld in 112 acrale melanomen; de volgende studie is gebaseerd op deze subgroep.
resultaten: histologisch onderzoek toonde acrale lentigineuze melanomen aan, voornamelijk op palmoplantaire en subunguale locaties (60%), terwijl oppervlakkige uitzaaiende melanomen (SSM) voornamelijk werden gevonden op de rugzijde van handen en voeten (30%). Nodulaire melanomen (NM) (9%) kwamen voor op alle acrale plaatsen. Het histologische heronderzoek bevestigde de eigenschappen van ALM zoals beschreven door Reed in 1976. Bij toenemende tumordikte werd op vergelijkbare wijze nesteling van tumorcellen en opwaartse migratie naar de cornified laag waargenomen. Het 5-jaars overlevingspercentage voor patiënten met primair acraal melanoom zonder herkenbare metastase was 82%. ALM verschilde significant in overleving van SSM (P = 0,001) en lentigo maligna melanoom (p < 0. 001), maar de overlevingskansen waren vergelijkbaar met NM (P = 0,9).
conclusies: ALM, zoals gediagnosticeerd door de huidige histologische criteria, komen voor op de handpalmen, zolen en subungual plaatsen, en hebben een slechte prognose.